Navigation

Top 3 werkvormen van de maand

Ben jij op zoek naar werkvormen die ervoor zorgen dat de betrokkenheid van jouw leerlingen wordt vergroot? Iedere maand delen wij een aantal actieve werkvormen, zodat je lessen niet alleen afwisselender en boeiender worden, maar ook de leerhouding van de kinderen zal veranderen. In plaats van achterover te zitten gaan de leerlingen zelf actief aan de slag met de opdrachten en heb jij als leerkracht de ruimte om rond te lopen en te begeleiden. Dit vergroot niet alleen het leerplezier maar ook de leerprestaties van de kinderen.
De werkvormen zijn gekoppeld aan De Denkbubbels van De Noordwijkse Methode, deze vragen helpen je om na te denken. Hierdoor gaan je hersenen heel hard aan het werk en leer je alles nòg beter.

 

Werkvorm 1: Zing een liedje

Zing een liedje is een werkvorm waarbij de leerlingen in groepjes opdrachten gaan oplossen. Hier verdienen ze kaartjes voor er zit dus een wedstrijdelement in, wat vaak zorgt voor een hele grote betrokkenheid.

Deze werkvorm past bij de Denkbubbel Onthouden en begrijpen. De kinderen krijgen een tekst of een filmpje over bijvoorbeeld De bescherming van Nederland tegen het water. De leerlingen krijgen vragen. Ze moeten in de tekst of in het filmpje op zoek gaan naar het antwoord op de vragen. Als ze de vraag goed hebben beantwoord krijgen ze een deel van de titel van een kinderlied.

Uitleg:

Verdeel de klas in groepjes van twee, drie of vier kinderen.

Vooraan in de klas staat een grote doos met kaartjes. Op elk kaartje staat een woord dat een deel is van een titel van een kinderliedje.

De leerlingen lossen opdrachten. Als de opdracht is goedgekeurd door de leerkracht (of een paar leerlingen die de goedkeurende rol krijgen). Mag het groepje een kaartje pakken uit de doos.

Als ze met hun woordkaartjes de volledige titel van een kinderliedje kunnen vormen en dit kinderliedje samen zingen, is de winnaar bekend.

Werkvorm 2: Denkhoeden van Edward de Bono

Met de zes denkhoeden van Edward De Bono werk je aan De Denkbubbel perspectief nemen. Ze helpen je om je perspectief te verbreden. De hoeden kunnen helpen om over te schakelen naar een andere manier van denken.

Bij het thema communicatie leren de kinderen bijvoorbeeld over sociale media. Ze gaan in groepjes in gesprek over de volgende stelling: De minimumleeftijd voor social media moet naar 16 jaar.
De leerlingen zetten tijdens een gesprek een hoed op waarin ze op dat moment willen communiceren.

Het is ook mogelijk om deel van de hoeden in te zetten bij een opdracht. Zo kun je de zwarte en de gele hoed gebruiken bij de volgende stelling: Wat zijn de voor- en de nadelen van “ontdekkingsreiziger zijn”?

De hoeden:

– Gevoel (rood): Hoe voel ik mij hierover? Wat vind ik er leuk aan? Wat vind ik er niet leuk aan? Heb ik het gevoel dat het gaat werken?

– Feiten (wit): Wat zijn de feiten? Welke informatie heb ik gekregen? Welke informatie heb ik nodig? Wat wil ik graag weten/leren?

– Voorzichtigheid (zwart): Is het haalbaar? Wat zou er mis kunnen gaan? Is dit de beste oplossing? Zal dit gaan werken/lukken?

– Creativiteit (groen): Kunnen we dit ook op een andere manier doen? Wat is mijn idee? Kan ik iets anders maken? Wat voor nieuwe ideeën zijn mogelijk?

– Positiviteit (geel): Wat zijn de goede punten? Wat kunnen we afkrijgen? Hoe kan ik ervoor zorgen dat dit werkt? Waarom is dit een goed punt?

– Denker (blauw): Waar moet nog over worden nagedacht? Waar zijn we op dit moment? Wat is de volgende stap? Waar willen we naartoe?

 

 

Werkvorm 3: Expertgroepjes

Bij deze werkvorm wordt er gefocust op gedeelde verantwoordelijkheid. De lesstof wordt in gelijke stukken verdeeld en ieder lid van het groepje wordt expert in een ander deel van de stof. De leerlingen delen vervolgens de opgedane kennis met elkaar.

Deze werkvorm past bij De Denkbubbel Onderzoeken. Het onderwerp van de les is bijvoorbeeld dieren in de zee. Het ene groepje gaat op internet op zoek naar informatie over de haai en de andere leerling onderzoekt de octopus. Ze zorgen dat ze weten waar het dier leeft, wat het eet en wat zijn plek is in de voedselketen. Ze leren hierbij bronnen met elkaar vergelijken. Klopt het wat er in deze bron staat? Zijn er bronnen die dit ook aangeven?
Ze zoeken zelf informatie op over één dier, maar weten aan het einde van de les informatie over meerdere dieren uit de zee.

 

Uitleg:

Verdeel de lesstof in gelijke delen.

Verdeel de leerlingen in groepjes.

Geef vervolgens elke leerling in het groepje een ander nummer en dus een ander deel van de lesstof om te bestuderen.

De leerlingen met dezelfde nummers gaan samen aan hetzelfde deel van de stof werken.

Op een afgesproken tijdstip gaan de leerlingen weer terug naar de oorspronkelijke groepjes.

De leerlingen wisselen informatie uit, zodat iedereen alle informatie tot zich heeft kunnen nemen.

Het is belangrijk dat de leerlingen weten dat ze alle stof moeten beheersen en niet alleen het deel waar ze expert in zijn geworden.

De scholen die met De Noordwijkse Methode werken hebben toegang tot het Denkbubbelwerkvormen boek. Een boek met meer dan 200 werkvormen om in jouw lessen toe te passen.

Elke maand geven we een (gratis!) Denkbubbelworkshop. Tijdens de workshop geven we je uitleg over de Denkbubbels en krijg je allerlei werkvormen die je hieraan kunt koppelen. Dit zijn werkvormen die je gelijk kunt toepassen in de praktijk. De volgende training is op woensdag 19 januari om 14:30 uur. Aanmelden kan door hier te klikken. 

Ontvang onze gratis lesinspiratie

Graag delen we met jullie onze lesideeën, actuele ontwikkelingen en tips die je gelijk kunt toepassen in de praktijk.