Navigation

Uit de praktijk – leerkracht Danielle van Rijn

“De samenwerking met je collega’s is een groot pluspunt!”

Daniëlle van Rijn is vrijwel grootgebracht met De Noordwijkse Methode. Tijdens haar opleiding aan de PABO heeft ze stage gelopen op De Noordwijkse School in Noordwijk, waar ze daarna als leerkracht aan de slag is gegaan. Sinds een paar jaar werkt Daniëlle bij basisschool Winford in Amsterdam, waar ze les geeft aan groep 6,7 en 8. Daarnaast ontwikkelt ze atelierlessen en begeleidt ze scholen en leerkrachten die met De Noordwijkse Methode gaan werken.

Je werkt al heel wat jaren met De Noordwijkse Methode. Wat vind jij hier als leerkracht het fijnst aan?
Het fijnst vind ik dat je zelf je onderwijs kunt maken en kunt aanpassen aan de behoeften van je leerlingen. Het is heel divers. Ieder jaar is anders: in plaats van dat je elk jaar dezelfde methode uit de kast haalt, blijf je als leerkracht ook uitgedaagd om steeds te leren en ontwikkelen. De Noordwijkse Methode biedt heel veel differentiatie  mogelijkheden die je makkelijk kunt integreren in je lessen. Dit hebben andere wereldoriëntatie methodes niet. Daarnaast is de samenwerking met je collega’s een groot pluspunt. Je duikt samen in een thema en maakt lessen die bij jouw school passen. Op de meeste Noordwijkse Methodescholen specialiseren de leraren zich in één vakatelier. Je hoeft alleen deze lessen voor te bereiden en kunt binnen jouw vak echt de diepte in gaan. Je collega’s bereiden de andere vakateliers voor. Je geeft ook les aan alle leerlingen en leeftijden, wat de saamhorigheid en samenwerking met je collega’s vergroot.

Welk atelier geef jij het liefst en waarom?
Het liefste geef ik geschiedenis en anders aardrijkskunde. Vanaf jongs af aan ben ik al erg geïnteresseerd in het vak geschiedenis. Dit maakt dat ik hier met veel passie aan de kinderen over kan vertellen en ik er ook veel van weet en me er graag verder in verdiep. Natuur ligt mij wat minder. Het is heel fijn dat een andere leerkracht dit vak kan geven met evenveel passie als ik geschiedenis geef. Het is naar mijn idee beter als je je specialiseert in één vak net als in het voortgezet onderwijs. Anders moet je van alles een beetje weten. Dan kun je nooit zo diep gaan als nu. Bovendien kun je heel veel combinaties maken tussen geschiedenis en bijvoorbeeld ICT werkvormen, of handvaardigheid (kunst), taal of dramales. Dit zet je dan in als werkvorm bij een geschiedenisonderwerp.

niet in op de leerbehoeften en strategieën van de leerlingen. Juist door met veel verschillende werkvormen te werken komen de kinderen erachter wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn.

Wat is het grootste verschil tussen traditionele methodes en De Noordwijkse Methode?
In traditionele methodes zijn de werkvormen eigenlijk elke week hetzelfde, dit maakt het saai, zowel voor mij als voor de kinderen. Het is meestal het lezen van een tekst in het tekstboek, en er daarna vragen over beantwoorden in het werkboek, terwijl er juist veel meer mogelijkheden zijn om de leerstof aan te bieden. Traditionele methoden zijn naar mijn idee, niet uitdagend voor leerlingen en leerkracht en spelen

Heb je nog tips voor leerkrachten die net beginnen met De Noordwijkse Methode?
Schrik niet van de hoeveelheid werk in het begin! Dit is vooral omdat je echt op een andere manier leert werken. Als je eenmaal weet hoe het moet, kun je nooit meer anders. Ga het eerste thema vooral heel veel experimenteren. Haal je je doelen niet meteen, maak je dan geen zorgen. De kinderen leren echt veel meer dan je denkt. Je wordt er snel genoeg handig in om met de doelen te werken.  Probeer het een beetje los te laten en heb vooral heel veel plezier in wat je doet!

Ontvang onze gratis lesinspiratie

Graag delen we met jullie onze lesideeën, actuele ontwikkelingen en tips die je gelijk kunt toepassen in de praktijk.